Waterweg effent het pad voor bestrating van bagger

Bijna vier jaar geleden schreef Eva Aarts zich in voor een wedstrijd over hergebruik van reststromen. De opgave: verzin een toepassing van baggerspecie uit Delflandse sloten. Met haar teamgenoten schiep ze uit blubber een waterpasserende straatsteen, als duurzaam alternatief voor bakstenen en betonnen plaveisel. Inmiddels is ze fulltime ondernemer. “Innoveren is een kwestie van zendingswerk én verwachtingsmanagement.”

Blue City is de Rotterdamse thuishaven van beginnende ondernemers die een circulaire economie nastreven. Toen economie- en politicologiestudent Eva in 2018 meedeed aan de Circular Challenge van Blue City, kon ze niet bevroeden dat ze er vier jaar later een bedrijf zou leiden, Waterweg. Dat doet ze samen met industrieel ontwerper Wies van Lieshout, een van de drie teamgenoten destijds. “Het klikte meteen en we besloten samen verder te gaan.”

Minder verhard

Tijdens haar studie miste Eva een perspectief op verduurzaming. “Het ging allemaal over traditionele economische modellen, niet over een circulaire economie. Toen de uitdaging voorbijkwam om een verdienmodel te vinden voor een afvalstroom dacht ik: ja, daar moet het over gaan.” Van bagger had ze nog geen enkel benul. “Ik had er nooit bij stilgestaan dat bagger veel zand kan bevatten, een belangrijke bouwstof. Of dat bagger uit Noord-Brabant anders van samenstelling is dan Groningse bagger.” Door cement, andere bindmiddelen en additieven toe te voegen, experimenteerden Eva en teamgenoten met verhard materiaal. Zoekend naar een zinnige toepassing, kwamen ze uit bij klimaatverandering.

“Aangezien steden en dorpen klimaatbestendiger worden naarmate ze minder verhard zijn, leek het ons logisch om bestrating te maken dat water laat passeren. Hemelwater zakt dan de grond in en stroomt niet af naar het riool. Zo voorkom je overbelasting van het riool als het plenst en het water wordt in de bodem opgeslagen. Daar heb je tijdens een droge zomer profijt van.”

Bijbaantje

De eerste zelfgemaakte baggertegel viel tijdens de presentatie in 2018 weliswaar uit elkaar maar het idee sloeg aan. Ondersteund door het Hoogheemraadschap  van Delfland konden Eva en Wies aan de slag met een haalbaarheidsonderzoek. Voor Eva was Waterweg in eerste instantie een uit de hand gelopen bijbaantje. “Ik zwoegde in 2019 aan mijn eindscriptie.” Eind 2019 kregen ze de kans om in   proeftuin de WaterStraat in Delft te testen. Op het terrein van The Green Village bieden het Hoogheemraadschap van Delfland en VPdelta+ (TU Delft) ruimte aan ondernemers met concepten en prototypen. “Een klein klinkerpaadje vormde onze eerste echte testopstelling. Dat leverde veel enthousiasme en aandacht op, maar het materiaal begon na een jaar te breken. We waren er nog niet.”

Stap voor stap

Sindsdien volgt Waterweg een stap-voor-stapstrategie. “Innoveren is een iteratief proces. Voor bestrating gelden normen en eisen waaraan het product moet voldoen om op grote schaal te kunnen worden toegepast. Denk aan de belasting die de tegel moet aankunnen, de levensduur en de mate van afwijking. We willen uiteindelijk een gecertifieerd product kunnen aanbieden.” Het ontwikkelen van een nieuw bouwmateriaal neemt vijf tot tien jaar in beslag, vernam Eva van een deskundige. “Wij hebben niet het geduld om zo lang alleen daarmee bezig te zijn. Wil je een nieuw concept de bouwketen inbrengen, dan moet je naar buiten treden en ketenpartners uitleggen hoe het werkt en ze ervan overtuigen dat een ander product en proces naar een duurzamer praktijk kunnen leiden. Dat hebben we continu gedaan, parallel aan de productontwikkeling.”

Uit de gww-sector kregen ze vaak terug dat het benodigde onderhoud van bestrating een cruciale factor is in de overweging deze toe te gaan passen. “Daarom hebben we bijvoorbeeld gekozen voor bestrating met gaten, niet voor poreus materiaal dat snel verstopt raakt.”  Sommige normen en regels zijn volgens Eva aan revisie toe omdat ze grootschalige toepassing van meer duurzame grondstoffen in de bouwketen eerder in de weg staan dan verder helpen.

“De eisen waaraan het product nu moet voldoen zijn gebaseerd op de eigenschappen van beton, terwijl ze zouden moeten zijn afgeleid van de functie van een straatsteen op een bepaalde locatie, onafhankelijk van het gebruikte materiaal.”

Proef op de som

Op basis van subsidies, gelden uit prijsvragen en betaalde opdrachten hebben ze hun bestrating kunnen optimaliseren. “We experimenteren natuurlijk in ons eigen lab maar hebben samen met overheden en bedrijven gelukkig ook enkele pilotprojecten uitgevoerd. Je kunt eindeloos aan een tegel blijven sleutelen, maar hoe lang hij meegaat als er tientallen auto’s overheen rijden weet je pas als je de proef op de som neemt.”

Om die reden is Waterweg verguld met de samenwerking met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) en het Waterschap Hollandse Delta (WSHD). Met HHSK onderzocht Waterweg in 2021 de werking van een geopolymeer als duurzaam bindmiddel. “Een parkeerplaats werd bestraat met onze klinkers. Dankzij deze testcase konden we constateren dat de gebruikte receptuur voor verbetering vatbaar was. Daar zit nu een gespecialiseerd  onderzoeksbureau op.” Op uitnodiging van WSHD creëerde Waterweg in 2022 met baggertegels een toegangsweggetje tot een stuw. Het waterschap is volgens Eva blij met de verbeterde toegankelijkheid en de inpassing in het landschap. “De afspraak is dat medewerkers de toepassing monitoren door maandelijks foto’s te nemen en onze vragen over producteigenschappen te beantwoorden. Zo hebben beide partijen er profijt van.”

Verknocht aan beton

Er is steeds meer vraag naar haar bestrating, zegt Eva. “Van particulieren tot en met grote aannemers komen aanvragen binnen. Biobased en circulaire bouwmaterialen zitten in de lift.” Waterweg wil opschalen door een partner te vinden die alles in huis heeft om grote aantallen straatstenen en tegels te produceren. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. “Er is zeker belangstelling onder producenten van bestrating, maar ook de nodige koudwatervrees. De sector is verknocht aan beton. Bovendien draaien fabrieken nu op volle kracht om de bouwproductie bij te benen.” Wies en Eva zitten niet bij de pakken neer. “Met twee baggeraars hebben we inmiddels een plan gemaakt voor een circulair depot bij verschillende gemeenten, waar baggerspecie op grote schaal kan worden voorbewerkt. We bewandelen verschillende wegen om onze doelen te bereiken.”

Bindmiddel

Op The Green Village ligt sinds januari een proefvak waarin Waterweg in samenwerking met TNO verschillende productiemethoden uitprobeert. “De tegels die er nu liggen zijn vier keer zo sterk als de exemplaren die we er in 2019 testten”, meldt Eva. Hoe een en ander uitpakt, moet nog blijken. “Om de zoveel tijd lichten we een tegel om krachttesten en dergelijke te doen. Maar we bekijken bijvoorbeeld ook hoeveel en wat voor plantjes er tussen de tegels groeien.”

Een forse uitdaging blijft om het cement dat nu voor een sterke straatsteen zorgt te vervangen door een ander bindmiddel. De voor de cementproductie benodigde verhitting van kalksteen kost namelijk veel energie. Die komt van fossiele brandstoffen en zorgt voor een relatief grote uitstoot van CO₂. “Cement is geen duurzaam materiaal.” Een van de voordelen van een plek op The Green Village, geeft Eva aan, is dat ze zich in een wereld van gelijkgestemden bevindt. “Wij weten inmiddels hoe je met bagger werkt. Iemand anders in deze omgeving heeft wellicht ervaring met bindmiddelen die het milieu zo min mogelijk belasten.”

Tovermiddel

Zo groeide de bijbaan uit tot een serieuze startup. Eva en Wies zijn sinds 2020 fulltime in de weer met hun bedrijf. In 2021 telde Waterweg zes medewerkers. “Al in een vroeg stadium hebben we kunnen vaststellen dat ons product potentie heeft als duurzame oplossing voor een afvalprobleem en een klimaatprobleem. Dat gaf ons het nodige vertrouwen.”

Daar komt bij dat ze als twintigers betrekkelijk onafhankelijk in het leven staan, zegt Eva. “Dat nog niet alles vastligt, maakt het wel makkelijker om zo’n avontuur aan te gaan. Wies en ik zijn ook gewoon een goede match. Qua kennis en vaardigheden vullen we elkaar aan en als het om de toekomst van de aarde gaat delen we zorgen en waarden.” Dat ze van begin af aan door een doorgewinterde duurzaam ondernemer zijn gecoacht, heeft ook geholpen. “Tips en adviezen – of even een oppepper – van een ervaringsdeskundige zijn goud waard.”

Wie duurzaam onderneemt én jong is, heeft Eva ervaren, krijgt onvermijdelijk te maken met hoge verwachtingen. “We zijn erg blij met enthousiaste reacties maar soms lijkt de indruk te ontstaan dat we over een tovermiddel beschikken. Alsof met baggertegels in één klap allerlei samenhangende problemen in de gebouwde omgeving kunnen worden opgelost.” Dat het zo niet werkt, leggen ze regelmatig uit. “Anderzijds zien we graag dat ons werk inspiratie biedt. We moeten met elkaar een betere toekomst bedenken, nietwaar? Innoveren is een kwestie van zendingswerk én verwachtingsmanagement.”

Meer weten over Waterweg? Klik hier om naar de innovatiepagina te gaan.